Journalistiek Culturele projecten Communicatie
Blog - 20 jun. 2014

Een nieuwe revolutie in het maken

Hoe dun kun je beton gieten? Een vraag als deze typeert productontwerper René Holten in een notendop. Vrij denken, onderzoeken, maken. Het liefst lokaal want hij houdt niet van het rondslepen van producten en materialen over de hele wereld. "“Ik vind het een uitdaging om de plaatselijke maakindustrie weer nieuw leven in te blazen."

Een designer, vindt Rene Holten (Roermond, 1961), moet vooruit denken. Dat is zijn vak. Maar niet te ver, want dan ontbreekt de aansluiting met de gebruiker. Holten is de vaste ontwerper van het vermaarde Nederlandse meubelmerk Artifort. Internationale grootheden als Pierre Paulin en Geoffrey Harcourt gingen hem voor. Met zijn eerste ontwerp, de stoel DoDo, wint hij meteen de prijs voor het beste Nederlandse Meubelontwerp. Het zijn de momenten van kleine euforie. Na DoDo volgen Nina, Kirk en Shark. En behalve Artifort is sanitairfabrikant Clou een van zijn vaste opdrachtgevers. Zijn vraag hoe dun je beton kunt gieten, leidde tot een kleine collectie van subtiele, strakke en uiterst verfijnde meubels voor een klant in het Zuid-Duitse Beieren.

Hem hiertoe beperken, is maar het halve verhaal. Achter zijn woning staat zijn atelier als een modernistisch, uit de kluiten gewassen tuinhuis. Een lange pui van glas, een werkbank, talloze soorten en maten gereedschap en een paar verdwaalde sculpturen. Aan de muur hangt een vitrinekast met driedimensionale ontwerpen in miniformaat. Die vitrine is een inkijk in zijn hoofd. Want Holten denkt nooit in platte vlakken. 3D, daar begint het mee. “Nieuwe producten ontstaan vaak spontaan in mijn hoofd. Meestal op een ontspannen moment. Tijdens het hardlopen of als ik de hond uitlaat. Voer ik ze uit, dan maak ik eerst modellen. Met materialen als PUR-blokschuim, hout en metaal begin ik de ruwe vormen te schaven en te schuren, soldeer ik metalen onderstellen, probeer allerlei vormen uit en speel met details. Als een beeldhouwer. Net zo lang tot de modellen langzaam maar zeker de juiste vorm aannemen en samenvallen met het plaatje in mijn hoofd.”

Zijn hart ligt al van jongs af aan bij de productvormgeving. Toch is de kunstacademie geen logisch gevolg van zijn opvoeding. Bedrijfseconomie, daar zou volgens zijn vader toekomst in zitten. Na vier maanden houdt Holten het voor gezien. Nooit geweten dat je je in korte tijd zo ongelukkig kunt voelen. De drang om te maken en te creëren die hem zijn hele jeugd tekent, brengt hem naar de kunstacademie. Dat hij niet uit een creatief nest komt, is alleen maar een extra stimulans om zijn eigen weg te gaan. Want hij is wel een beetje een romanticus. “Ik heb een innerlijke drang om te maken, te creëren. Dat is niet mijn enige drijfveer: ik wil ontwerpen maken die blijven en die van betekenis zijn voor mensen. Zo mooi dat ze je raken en een emotionele betekenis krijgen. Als ontwerper heb je het denk ik goed gedaan als mensen een leven lang willen genieten van wat jij gemaakt hebt. Dat ze die stoel of vaas bij wijze van spreken willen doorgeven aan de volgende generatie.”

Het zoeken naar eigenheid, een indruk willen achterlaten en dromen van een leven elders voeren hem van Maastricht naar Amsterdam en via Basel naar Eindhoven. Na zijn opleiding architectonische vormgeving in Maastricht, komt hij terecht bij een architectenbureau in het Zwitserse Basel. Hij koestert warme herinneringen aan die tijd. In deze andere habitat met de natuur en de bergen als achterland voelt hij zich in zijn element. Maar de oude liefde voor productvormgeving blijft. Hij keert terug naar het vlakke land waar hij in 1993 cum laude afstudeert aan de Design Academy in Eindhoven.

Holten hoeft niet zo nodig een statement te maken met zijn ontwerpen. Ze zijn functioneel, sober en van een pure schoonheid. Een visie heeft hij wel degelijk. Ethiek moet niet alleen in het ontwerp zitten maar in de hele houding van de maker, vindt hij. “Als ontwerper sta je aan het begin van een ethisch proces. Je moet wéten hoe iets gemaakt wordt en je ervan bewust zijn hoe iets geproduceerd wordt. Hout en metaal verlijm ik bij voorkeur niet, ik gebruik liever een schroefverbinding. Dan kun je ze ook weer uit elkaar halen, scheiden en eventueel een volgende keer gebruiken.”

Vanuit die betrokkenheid voor zijn omgeving reikt zijn hand verder dan alleen het ontwerp. Hij denkt met zijn opdrachtgevers mee hoe je een collectie opbouwt. En zijn ontwerpen loodst hij door een heel team van technisch tekenaars, lassers en metaalbuigers tot aan de verkoopafdeling aan toe. Dat meedenken in het hele productieproces is tegenwoordig voor maar weinig ontwerpers weggelegd. Omdat de maakindustrie simpelweg verdwenen is uit Europa. Het goedkoop produceren elders in de wereld, past niet in zijn visie van ethisch bezig zijn.

Tot zijn voldoening is dat tij aan het keren. We staan, volgens hem, aan de vooravond van een nieuwe revolutie in het maken. Lokale productie en vakmanschap krijgen weer waardering. Als ontwerper heeft hij daar zelf een rol in. “Ik vind het een uitdaging om de plaatselijke maakindustrie weer nieuw leven in te blazen. Er is creatief talent genoeg. Ik geloof in kleinschalig werken, denken in netwerken, mensen die elkaar vinden. Dat moeten we in ere houden.”

www.reneholten.nl

Foto: Hugo Thomassen