Journalistiek Culturele projecten Communicatie
Blog - 1 dec. 2015

Je telefoon opladen? Eet een kweekvleeshamburger!

Koert van Mensvoort over design fiction als proefballon voor de ongrijpbare toekomst.

Stel je wordt wakker in 2050, hoe ziet de wereld er dan uit? Slapen we nog in een bed? Wat zien we als we uit het raam kijken? Hebben we nog wel een raam? Drinken we nog koffie en eten we nog een boterham met kaas? Hoe gaan we naar ons werk? En wat voor een beroepen voeren we uit? Voeren we die nog wel zelf uit?

Chriet
Natuurlijk wel, denken we nu. Maar dat de wereld rap verandert, is een gegeven. We zien Chriet Titulaer nog de straat inrijden, met aan het stuur van zijn groene PTT fiets een telefoon voorzien van een forse accu. Het is een prototype, licht hij in het Nederlandse Tv-programma De Wondere Wereld toe, maar het is nog niet zeker of deze mobiele telefoon het dagelijkse daglicht echt zal zien.
Hilarisch, als je er nu naar kijkt. En ontzettend gedateerd. Toch konden we ons in 1985 niet voorstellen dat zo’n telefoon werkelijkheid zou worden. Sterker nog: dat we dat enorme, mobiele apparaat waar Chriet slingerend mee op de fiets zit, nu in zakformaat met ons meedragen. Dag in, dag uit. Dat we er niet alleen mee kunnen bellen maar met een druk op de knop de hele wereld naar ons toe kunnen halen, waar we ook zijn. Op de bank in de huiskamer, in het hippe café tijdens onze stedentrip, zelfs op dat eenzame, verlaten strand aan de andere kant van de planeet. Chriet zei het twintig jaar geleden al: "De wereld van morgen gaat er heel anders uitzien."

Ver van ons bed
Een wondere wereld, inderdaad. Tegenwoordig leven we in een tijd dat technologie alom aanwezig is. Zozeer dat we technologische snufjes als een tweede natuur ervaren: de smartphone als onmisbaar verlengstuk van onszelf. Hoe komt het dan toch dat we niet zijn voorbereid op de toekomst? Waarom kunnen wij mensen ons zo slecht een beeld vormen van de toekomst, zelfs de nabije toekomst? Terwijl we zelf aan het roer staan, ons brein dingen bedenkt en onze handen de ideeën een tastbare vorm geven, al is het maar met een druk op de knop.
“Vaak gaat denken over de toekomst via taal en theorie. Dat is heel abstract en daardoor blijft het een ver van je bed show”, zegt Koert van Mensvoort. Van Mensvoort is kunstenaar, onderzoeker, filosoof en designer. Een moderne uitvinder, zo zou je hem ook kunnen noemen. “Ik gebruik design om mogelijke toekomsten tastbaar te maken. Tastbaar voor een groot en breed publiek, zodat we met zijn allen een discussie kunnen aangaan.”

De kracht van de verbeelding
Want die discussie is hard nodig. Als we proberen ons voor te stellen hoe we leven in 2050 dan laat de kracht van de verbeelding ons in de steek. Omdat ons voorstellingsvermogen voornamelijk is gebaseerd op beelden en ervaringen uit het verleden en het heden. We denken te veel in een monocultuur. Hoe we beleid ontwikkelen, hoe we succes definiëren of hoe we de vergaderkamers van onze bedrijven inrichten: grosso modo hebben we daar allemaal dezelfde beelden bij. Terwijl diversiteit en nieuwe perspectieven nodig zijn om de toekomst tastbaar te maken, zeggen de kenners.
Om die status quo waar we nu inzitten te doorbreken, moeten we beelden delen. Wie neemt daarin het voortouw, in dat zogenaamde collaborative future making? Wie waagt het om vastgeroeste systemen te doorbreken, de boel radicaal om te gooien, te experimenteren met het onmogelijke? Voorlopers zijn de ontwerpers, uitvinders en kunstenaars die hun gedachten in een nieuwe richting dwingen en zo bijzondere antwoorden geven op hedendaagse vragen.
Met zijn speculatieve producten wil Koert van Mensvoort zo veel mogelijk mensen aanspreken. Zodat we met zijn allen kunnen nadenken wat voor soort toekomst we eigenlijk willen. “Wat ik doe is door middel van verhalen verbeelding oprekken, zodat we ermee kunnen spelen. Want de toekomst is te belangrijk om alleen maar aan kenners over te laten of ideeën binnen de vier muren van een ontwerpstudio te houden.”

Een supermarkt vol ideeën
En dus bedacht hij de NANO supermarkt die net als de SRV-man zijn waar naar de mensen brengt. Geen museaal concept maar een fysieke winkel die rondrijdt, inclusief reclamefoldertjes die huis-aan-huis verspreid worden. Daar kun je dan wel in lezen dat de producten in de supermarkt niet echt te koop zijn, dat ze eigenlijk niet bestaan maar een verkenning zijn. De toekomst als mini-theatervoorstelling verpakt in een rondreizende tijdmachine want je stapt als het ware in de toekomst.
Van Mensvoort: “Het concept is heel laagdrempelig. Als we met de bus op een stadsplein staan, komen mensen letterlijk met hun tasje van De Bijenkorf of de H&M nog in de hand naar de NANO supermarkt.” In de winkel vind je een jas die van kleur verandert als je erop tikt, een wijn die van smaakt verandert als je ‘m in de magnetron plaatst. Of denk medische chocolade, programmeerbare verf en een twitter implantaat: wat je ook doet, door een chip in je lijf deel je het meteen met de hele wereld.
Design fiction als grote speeltuin van leuke gadgets! Maar wat draagt het nu daadwerkelijk bij aan onze toekomst en de manier waarop wij ons daarop kunnen voorbereiden? “Belangrijkste is dat mensen meer gaan nadenken en praten over nieuwe technologieën voordat ze er zijn. Dat is mijn doel. Vergelijk het met een luchtverkeersradar. Daarop kun je zien welke vliegtuigen aankomen. Dat is ook wat we doen met design fiction: je hebt een beeld van wat er op je afkomt. Ja, het is een spel, een simulatie, maar wel een spel dat ons meer grip geeft op wat er gaat gebeuren.”

Maatschappelijk debat
“In onze Nano supermarkt hebben we een product, de energy belt, dat je buikvet gebruikt om je telefoon op te laden,” vervolgt hij. “In eerste instantie dacht ik zelf ook: kan dit wel? In een tijd dat obesitas een serieus maatschappelijk probleem is, bedenken wij een product waarbij mensen straks nog meer hamburgers gaan eten alleen maar om hun telefoon op te laden. Aan de andere kant is het wel een gegeven: we hebben overgewicht, we dragen een telefoon bij ons. Dus: waarom niet? De energy belt is zo’n voorbeeld van een product dat veel oplevert in de maatschappelijke discussie over de toekomst. De ene helft van de mensen is nieuwsgierig en staat er voor open, de andere helft vindt het echt verwerpelijk en ethisch niet kunnen. Fantastisch, want dan levert zo’n discussie ook echt iets op.”
Ook de museumwereld draagt bij aan het maatschappelijk discours. Twee jaar geleden was in Grand Hornu de tentoonstelling Space Oddity te zien met een vette knipoog naar de space age in de jaren 60 van de vorige eeuw. Het was het gouden tijdperk voor een vorm van design die zich door de verovering van de ruimte inspireren liet. Maar eenmaal door die wonderlijke reis heen werden de bezoekers weer met beide benen op de grond gezet en naar hun eigen tijdperk teruggebracht.
Recenter was er afgelopen voorjaar in Z33, huis voor actuele kunst in Hasselt, een tentoonstelling van de Duitse ontwerper Konstantin Grcic. Hij bedacht drie grote installaties waarmee hij zijn persoonlijke kijk gaf op de toekomst. Aan de hand van een interieur van een huis, een werkstudio en een publieke ruimte schetste hij fictieve scenario’s voor de toekomst. Waarbij hij allerlei vragen opriep en concepten lanceerde. Hoe ziet de wereld eruit zonder winkels of bedrijven? Hoe ziet mijn werkplek eruit in 2023? Haalt de robot de kinderen van school? Kun je gelukkig zijn met micro-wonen? En dichter bij huis: is mijn broodrooster intelligenter dan ik? Tien jaar na de draadloze internetrevolutie en vijf jaar na de smartphone hausse zien we een tijdperk opdoemen waarin de meest mondaine dingen in ons leven draadloos met elkaar communiceren, op afstand taken uitvoeren en gegevens oplepelen waar we voorheen het bestaan nog niet van vermoedden.
Z33 heeft het debat over wat aannemelijke, én verkiesbare, toekomstscenario’s zijn aangezwengeld met de tentoonstelling "Future Fictions” waarin kunstenaars, designers en architecten verschillende visies en ficties presenteerden. Onderzoek dat online doorgaat op de speciale website z33research.be

Een hamburger uit een potje
Zoals Van Mensvoorts eigen studies en werkzaamheden een grote cross-over zijn – hij is afgestudeerd als informaticus, heeft de kunstacademie gevolgd, een paar jaar filosofie gestudeerd en is gepromoveerd in industrieel ontwerpen – is zijn andere missie om meer disciplines samen te brengen. “Alles wat ik doe zit op het snijvlak van design, kunst, onderzoek en technologie. Huidige ontwerpers zijn goed bezig met de toekomst, ze zijn innovatief, creatief en onderzoekend. Maar wanneer ik technologen spreek dan weten die niet welke sociale impact hun denkbeelden hebben. Spreek ik ontwerpers, dan missen die weer technologisch inzicht.”
En dus werpt Van Mensvoort zich op als de verbindende schakel. Behalve directeur van een supermarkt is hij ook oprichter van Next Nature, een platform dat de veranderlijke relatie tussen de mens, natuur en technologie onderzoekt. Met de designers Hendrik-Jan Grievink, Silvia Celiberti en Francesca Barchiesi heeft hij het kweekvlees kookboek uitgebracht. Het In Vitro Meat Cookbook bevat 45 recepten die je nog niet kunt maken maar vooral dienen als voedsel voor de geest. “We krijgen altijd de mooiste kookboeken cadeau maar maken er bijna nooit iets uit”, licht Van Mensvoort toe. “Het blijft bij inbeelden wat allemaal kan en dat is dit boek eigenlijk ook.”
Een boek dat wellicht urgenter is dan we denken. Als de wereldbevolking groeit naar 9 miljard mensen in 2050, wordt het onhoudbaar vlees te blijven produceren en consumeren zoals we dat tot nu toe doen. We zouden een extra planeet nodig hebben om aan de vraag naar vlees te voldoen. Kweekvlees, dat in een laboratorium gekweekt wordt uit stamcellen van dieren, is in allerlei opzichten efficiënt: met een paar stamcellen uit een simpel biefstukje kun je half Nederland en België voeren. Het scheelt per jaar 40 miljard dieren die geslacht moeten worden, we hebben 40% minder landbouwgrond nodig, 30% minder water en 30% minder energie, zegt Mark Post, onderzoeker aan de Universiteit Maastricht die in 2013 de eerste kweekvleeshamburger publiekelijk maakte.
Alleen maar voordelen zou je denken. Toch zet ook dit alle discussies weer op scherp. Of vegetariërs gewoon weer aan de steak en de gehaktballen gaan nu we minder broeikasgassen en dierenleed hebben, is slechts één vraag die opdoemt aan de horizon. Wat als dat vlees gekweekt wordt van je eigen stamcellen? Hebben we straks een lekker blokje Brad Pitt op ons bord, op de nationale feestdag een cordon blue van Philip en Mathilde en op Valentijnsdag een beetje van onszelf en een beetje van onze geliefde? Van Mensvoort laat ook hier weer proefballonnetjes op, zij het voor sommigen een paar bruggen te ver.

Sharing is caring
Hebben we dan toch zo onderhand iets geleerd? Of staan we in 2050 net zo goed te ginnegappen bij filmpjes van Koert van Mensvoort als in 1985 bij die van Chriet Titulaer. “Er gaat nog ontzettend veel veranderen,” zegt Van Mensvoort. “Ik heb niet de ambitie dat ik de toekomst kan voorspellen maar er is een waaier van mogelijke toekomsten die op ons afkomen. Door je daar in te verplaatsen, ruimte te geven aan je verbeelding en er samen over te hebben, kunnen we dat toekomstbeeld mede vorm geven. Het is slechts een kwestie van tijd voordat altijd dat ene moment komt: wanneer accepteer ik een nieuwe technologie en wanneer niet?”
Dat dat moment komt, is ondanks alle veranderingen iets wat vaststaat. Delen is het nieuwe geven, dus houd je toekomstbeelden niet voor jezelf. Of je het nu ‘liked’ of niet: ‘share’. Want de toekomst, die moet vandaag nog gemaakt worden.

Gepubliceerd in het tijdschrift Kwintessens: 04/ 2015